HET ORGEL GEKLASSEERD ALS MONUMENT

Op 12.12.1975 wordt tijdens een algemene inventarisatie  van het orgelpatrimonium in Vlaanderen het "Vereecken"orgel erkend en beschermd door de Rijksdienst voor Monumenten-en  Landschapszorg.
Citaat uit de bevestigingsbrief  van Dhr Goedleven, hoofd van  de dienst aan de kerkfabriek:
"Aangezien blijkt dat het een belangrijk instrument betreft dient het met de grootste zorg te worden behandeld." Op 11.11.1976 verschijnt uiteindelijk in het staatsblad onder nummer 14486:
Bij koninklijk besluit van 30 september 1976 wordt gerangschikt  als monument, overeenkomstig  de bepalingen van het artikel1 der wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen, gewijzigd bij decreet van
13 juli 1972: het orgel in de Onze Lieve Vrouw-Hemelvaartkerk  te Overmere.


AANVRAAG TOT RESTAURATIE

Citaat uit de studie van orgeldeskundige  Loncke van 09.10.1979:
"Het orgel had veel te lijden  onder de herstellingswerken uitgevoerd aan de toren. Daar het klokkegat gedeeltelijk uitkomt aan de achterkant in de orgelkast is neervallend puin in het orgel terechtgekomen.
Uiteindelijk viel het orgel tijdens de hete zomer van 1976 voor enkele maanden totaal buiten gebruik. Er ontstonden zoveel windverliezen dat de pneumatische traktuur het liet afweten.
Alle verder onderhoudswerk ten spijt is het niet mogelijk met eenvoudige  middelen de toestand te normaliseren en moet het orgel ingrijpend gerestaureerd  worden."

Een aanvraag werd ingediend door de kerkfabriek en de toestemming tot de aanbesteding werd ontvangen in 1980. Om budgettaire redenen werd het dossier terug afgevoerd.


OPRICHTING ORGELCOMITE

In 1989 richten enkele geïnteresseerden een orgelcomité op dat fungeert als adviesorgaan voor de kerkfabriek die uiteindelijk beslist het dossier opnieuw in te dienen.

Orgelcomité:
Voorzitter-coördinator: Jan Joos
Secretaris: Roger Van de Rostyne
Schatbewaarder: Norhert Janssens
Leden:
    Paul Cooreman
    Danny De Block
    Gabriel Loncke
    Gilbert Wauman
    Pastoor Paul Van De Winkel

FacteurdOrguesEtDeClavecinsWeb 03 MiddenTussen juni 1990 en en september 1992  worden in diverse etappen de laatste hindernissen overwonnen. Met de goedkeuring van achtereenvolgens het gemeentebestuur van Berlare, de provincie en de Vlaamse Gemeenschap staat het licht op groen. Op 25.08.1993 bevestigt bevoegd minister van de Vlaamse Gemeenschap Johan Sauwens het akkoord tot restauratie. Het Koninklijk Besluit van 11.09.1993 op voorstel van minister Melchior Watbelet ondertekend door koning Albert II maakt de restauratie definitief.

De laagstbiedende orgelbouwer "Les Artisans Facteurs d'Orgues et Clavecins de Tournai" uit Doornik krijgt de werken toegewezen. Hij beschikt over 450 werkdagen om met hoofdzakelijk manueel werk op atelier en ter plekke deze moeilijke klus te klaren. De werken worden geleid door zaakvoerder Bertrand Couvreur. In februari 1996, als de restauratie nog volop aan de gang is, wordt door het comité via de media en tijdens een tentoonstelling het belang van het orgel en de restauratie aan de bevolking voorgesteld en toegelicht.